Normaal hartritme

Het hart is een spier die bloed rondpompt. Het hart knijpt pas samen (we spreken van contractie) als zich  een elektrisch stroompje (een prikkel) heeft verspreid over de boezems en de kamers. Deze prikkels ontstaan in de rechterboezem (in de sinusknoop) en verspreiden zich vandaar snel over het hart.

Een te traag hartritme

Als de prikkelvorming traag is of de geleiding over het hart te traag wordt, ontstaat een trage hartslag (bradycardie genoemd). Deze aandoening komt vooral voor op oudere leeftijd. Als de oorzaak niet verholpen kan worden door bijvoorbeeld hartslag vertragende medicatie, kan het nodig zijn een pacemaker (zie behandelingen) te implanteren.

Een te snel hartritme

De meeste aanvalsgewijze snelle hartritmes (hartritmestoornissen) zijn gelukkig onschuldig, maar kunnen veel last veroorzaken. Vele van deze hartritmestoornissen lenen zich goed voor elektrofysiologisch onderzoek en ablatie (zie behandelingen).

Levensbedreigende hartritmestoornissen

Bij patiënten met een slecht pompend hart of een zeldzame erfelijke afwijking kunnen levensbedreigende hartritmestoornissen optreden. In die gevallen kan uw cardioloog besluiten dat het noodzakelijk is een ICD (implanteerbare cardioverter defibrillator) te laten implanteren. Een ICD is een apparaat (lijkend op een grote pacemaker) dat in het geval van een levensbedreigende ritmestoornis door middel van een inwendige shock deze kan beëindigen.

In sommige gevallen (helaas niet alle) kan een speciale ICD, door te stimuleren op 3 plekken in het hart, de pompkracht van het hart verbeteren (CRT of biventriculair pacen genoemd).