Afsluiten van het hartoor

Veel patiënten met Atriumfibrilleren hebben een verhoogde kans op de ontwikkeling van bloedstolsels. Deze bloedstolsels kunnen worden verplaatst via de bloedsomloop (embolie) en bijvoorbeeld een herseninfarct veroorzaken. Dit gevaar wordt bijna volledig ondervangen door gebruik van antistollingsmedicijnen (Acenocoumarol, Fenprocoumon, Dabigatran, Apixaban en Rivaroxaban). Voor patiënten die deze middelen niet verdragen of niet mogen gebruiken, bestaat er een alternatief; namelijk de afsluiting van het hartoor.

Het hartoor is een aanhangsel van de linker boezem waar de stolsels ontstaan. Door, via een katheter (slangetje), een afsluitend plugje te plaatsen in het hartoor wordt het risico op een embolie even sterk verminderd als door middel van antistollingsmedicijnen.

Deze ingreep wordt gedaan onder narcose en gebeurt geheel via de lies (vergelijkbaar met elektrofysiologisch onderzoek). Tijdens de ingreep wordt de positie van het plugje gecontroleerd door middel van slokdarmechocardiografie.